4.1.6 - Gerechtelijke geschillen inkomstenbelastingen: resultaten van de uitspraken en arresten

Gerechtelijke geschillen - inkomstenbelastingen: resultaten van de uitspraken en arresten
  Eerste aanleg 31.12.2012 Beroep 31.12.2012 Cassatie 31.12.2012 Totaal 31.12.2012 Eerste aanleg 31.12.2013 Beroep 31.12.2013 Cassatie 31.12.2013 Totaal 31.12.2013 Eerste aanleg 31.12.2014 Beroep 31.12.2014 Cassatie 31.12.2014 Totaal 31.12.2014
Gunstig voor de administratie 1.763 531 59 2.353 1.800 534 59 2.393 1.908 5191 632 2.490
Ongustig voor de administratie 628 171 21 820 500 180 13 693 574 1783 364 788
Gemengde uitspraken 461 144 1 606 601 144 4 749 523 1055 16 629
Totaal van de beslissingen 2.852 846 81 3.779 2.901 858 76 3.835 3.005 802 100 3.907

Vanaf 06.04.1999 beslist de gewestelijke directeur als administratieve overheid over de bezwaarschriften met inbegrip van de aanslagjaren vóór het aanslagjaar 1999. De beslissing is dus van administratieve aard en heeft geen jurisdictioneel karakter. Na een beslissing van de gewestelijke directeur is de rechtbank van eerste aanleg bevoegd en niet meer het hof van beroep zoals dat voorheen het geval was. De fiscale geschillenregeling wordt toevertrouwd aan de rechterlijke macht en wordt behandeld volgens de regels van het Gerechtelijk Wetboek. De fiscale rechtbanken van eerste aanleg zijn exclusief bevoegd om in eerste aanleg kennis te nemen van geschillen over de toepassing van de belastingwet.

1 74 afstanden, 4 onontvankelijke voorzieningen, 48 gunstige arresten volgens de oude procedure, 24 afstanden, 13 onontvankelijke voorzieningen en 350 gunstige arresten, 6 doorhalingen volgens de nieuwe procedure.

2 4 gunstige arresten volgens de oude procedure en 59 gunstige arresten volgens de nieuwe procedure.

3 28 ongunstige arresten volgens de oude procedure en 150 ongunstige arresten volgens de nieuwe procedure.

4 36 ongunstige arresten volgens de nieuwe procedure.

5 13 gemengde arresten volgens de oude procedure en 92 gemengde arresten volgens de nieuwe procedure.

6 1 gemengd arrest volgens de nieuwe procedure.

Op de 3.005 afgehandelde zaken bij de rechtbanken, waren er 574 vonnissen ongunstig voor de Staat, ofwel 19 % van de zaken. Wanneer men hieraan de gemengde vonnissen (minder dan 18%) toevoegt, kan men hieruit afleiden dat meer dan 63 % van de zaken met een voor de Staat gunstig vonnis wordt afgesloten. Dat is in overeenstemming met de vorige gemiddelde slaagkansen die werden vastgesteld sinds de hervorming van de procedure. Sinds de wet van maart 1999 is het niet langer de beslissing van de directeur der belastingen die het voorwerp uitmaakt van een vordering in rechte maar wordt de aanslag voor de rechter gebracht, waardoor de belastingplichtige voor de rechter niet meer beperkt is tot de grieven die in het bezwaarschrift voorkomen.

Wat de hoven van beroep betreft, werd de voorraad van hangende zaken die elk jaar groeide sinds 2008, gestabiliseerd en kende zelfs een lichte terugval in 2014 (1.568 zaken op 31.12.2014, tegen 1.678 zaken op 31.12.2013). Minder dan 23 % van de gevelde arresten zijn ongunstig voor de Staat, nagenoeg 64 % van de arresten zijn gunstig voor de Staat en de rest is gemengd.

Van de 525 nieuwe zaken die werden ingeleid, werden er 256 ingeleid in het Nederlands (234 door de belastingplichtigen en 22 door de Staat) en 269 in het Frans (225 door de belastingplichtigen en 44 door de Staat).

Wat de toestand bij het Hof van Cassatie betreft, moet worden vastgesteld dat meer arresten werden geveld (96 in 2014 tegen 66 in 2013); de voorraad hangende zaken daalt gevoelig (88 hangende zaken op 31.12.2014 tegenover 97 zaken op 31.12.2013). Van de 96 afgehandelde zaken, hebben er 36 een ongunstige afloop gehad voor de Staat. Bijna 61 % van de zaken behandeld door het Hof van Cassatie inzake inkomstenbelastingen of daarmee gelijkgestelde belastingen zijn dus gunstig voor de Staat.